Reislust en Nieuwe Ontdekkingen
In 1985 betaalde je voor een gallon benzine zo’n €1,19 – met variaties tussen €0,90 en €1,25 door verschillen in locatie en oliecrises. Benzine stond niet alleen voor brandstof, maar voor de vrijheid om nieuwe plekken te ontdekken en even weg te zijn.
Ook een metrokaartje in New York opende de deuren naar de stad. Tussen 1986 en 1990 kostte een token €1,00, wat het leven in de stad een stuk toegankelijker maakte.
Uitstapjes in de Cultuur
Een avondje naar de bioscoop was in de jaren 80 een betaalbare ontsnapping. In 1980 betaalde je €2,69 voor een kaartje, een prijs die in 1989 steeg naar €3,97 – in grote steden konden voor premières zelfs €5,00 gerekend worden. Films boden een welkome break van de dagelijkse sleur.
De muziekwereld kende ook zijn eigen prijsspellen. Nieuwe vinylalbums werden verkocht tussen €7,98 en €8,98, terwijl dubbele albums of importversies rond de €9,98 lagen. Deze platen waren een investering in onvergetelijke muzikale momenten.
Simpele Geneugten
De prijs van een McDonald’s Big Mac begon in 1980 bij €1,60 en liep in 1989 op tot €2,39. Een complete maaltijd met burger, frietjes en cola kostte minder dan €4,00, waardoor fastfood voor velen betaalbaar bleef. Sinds 1986 werd zelfs de Big Mac als economische graadmeter gezien, wat de populariteit ervan onderstreepte.
Voor de rokers waren sigaretten een soort sociaal betaalmiddel. Met prijzen rond de €1,00, afhankelijk van merk en staat, waren ze vaak een impulsieve aankoop.
Dagelijkse Spulletjes
Ook de prijzen van alledaagse producten zoals melk geven een beeld van het normale boodschappenbudget. In 1980 kostte een gallon melk zo’n €1,94 en in 1989 is dat gegroeid naar €2,30. Deze melkprijzen waren vaak de eerste ervaring van jongvolwassenen met zelfstandig boodschappen doen.
Postzegels speelden een grote rol in de communicatie voordat e-mail zijn intrede deed. Het grootste deel van het decennium lagen de prijzen rond de 22 cent, maar in 1988 steeg dit naar 25 cent.
Nieuwe Technologische Trouwhebbers
Met de opkomst van videogames introduceerde Nintendo spelcartridges met prijzen van €29,99 tot €49,99 – de meeste spellen kostten zo rond de €39,99. Dit was niet alleen omdat de cartridge-technologie prijzig was, maar ook omdat het betekende dat een nieuw tijdperk van entertainment aanbrak.
De prijzen uit de jaren 80 brengen nog steeds de herinnering terug aan eerste vrijheden en kleine, zorgeloze verwennerijen. Ze laten zien hoe onze koopgewoonten in de loop der tijd veranderden en hoe we vandaag de dag zelfs in simpele dingen waarde blijven zien.